Een man sluit in een vestiging van een elektronicawinkel met een klant een overeenkomst voor de levering van energie. In het ‘Tariefblad’ staan regels over te late betaling: eerst komt een herinnering, dan volgt een aanmaning (die kost € 15) en vervolgens een ingebrekestelling (€ 25). Wordt die niet betaald, dan moet de consument incassokosten betalen (minimaal € 40). Kan dat allemaal wel?
Als de consument zijn rekeningen niet volledig betaalt, dagvaardt de energieleverancier hem en vordert € 2.989. De kantonrechter halveert dat bedrag min of meer. Dan gaat de energieleverancier in hoger beroep. De vraag die het gerechtshof Den Haag moet beantwoorden gaat over de informatieverplichtingen en of het beding over de buitengerechtelijke incassokosten eerlijk is.
Belangen van de consument
In deze zaak zijn de regels van het consumentenrecht voor overeenkomsten buiten de (eigen) verkoopruimte van toepassing. Een overeenkomst buiten de eigen verkoopruimte is een contract dat een consument sluit buiten de gewone winkel of bedrijfsruimte van de verkoper, bijvoorbeeld aan de deur, op straat, tijdens een demonstratie of elders, zoals hier het geval.
Voor zulke overeenkomsten geldt extra consumentenbescherming.
Essentialia
Voordat een consument aan zo'n overeenkomst is gebonden, moet de handelaar op papier of, als de consument daarmee instemt, op een andere duurzame gegevensdrager informatie verstrekken over de essentialia van de aangeboden zaak of dienst. Zo kan de consument de informatie opslaan en zo lang als nodig is ongewijzigd bewaren zodat hij zijn belangen tegenover de handelaar kan beschermen. Deze precontractuele informatieverplichting is bedoeld om te voorkomen dat de consument door de handelaar wordt overvallen en moet ervoor te zorgen dat hij de kans heeft om de informatie te verwerken. Dan pas kan de consument immers een weloverwogen besluit nemen over de aankoop.
Precontractuele informatieverplichting
Deze energieleverancier heeft dit niet gedaan. Er is weliswaar bepaalde informatie met de consument doorgenomen voordat deze de overeenkomst ondertekende, maar dat is niet hetzelfde als het verstrekken van de informatie op papier of een andere duurzame gegevensdrager. De consument heeft zo niet de gelegenheid gehad om zijn keuze om de overeenkomst aan te gaan, zelfstandig te overwegen, zonder mogelijke beïnvloeding van de verkoper. Hiermee heeft de energieleverancier de precontractuele informatieplicht geschonden. Dan treft haar betoog dat de daarop gebaseerde prijsvermindering onterecht is, geen doel.
Oneerlijk beding
Er is ook een probleem met het beding over de buitengerechtelijke incassokosten dat de energieleverancier hanteert. Zo’n beding is oneerlijk als dit het evenwicht tussen de wederzijdse rechten en verplichtingen aanzienlijk ten nadele van de consument verstoort. In dit beding staat dat de consument de buitengerechtelijke incassokosten in overeenstemming met de wet moet betalen. Dit is op zichzelf niet oneerlijk. Maar wel de aanvullende bepaling in het ‘Tariefblad’: de kosten voor de aanmaning, de ingebrekestelling en de wettelijke buitengerechtelijke incassokosten zijn samen hoger dan is toegestaan op grond van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Hiermee wordt het evenwicht aanzienlijk verstoord tussen de wederzijdse rechten en verplichtingen, ten nadele van de consument: het kan leiden tot een onevenredig hoge schadevergoeding. Het beding is dus oneerlijk en terecht door de kantonrechter vernietigd. De energieleverancier verliest zijn zaak.
