12 november 2025 in Bedrijf & Organisatie door Wolleswinkel Hofman Advocaten

Elektronische handtekening is niet altijd betrouwbaar

Bedrijf & Organisatie

Een autobedrijf spreekt een vrouw aan: zij maakt gebruik van een leaseauto, maar betaalt de maandelijkse huurbedragen niet. Het autobedrijf ontbindt de overeenkomst en wil alsnog betaling van achterstallige facturen, totaal ruim € 20.000. De vrouw beweert dat zij nooit die overeenkomst heeft gesloten, er is sprake van identiteitsfraude.

Enkele jaren eerder is via een platform voor het digitaal ondertekenen van een overeenkomst op naam van de vrouw (leasenemer) en het autobedrijf (lessor) een private-leaseovereenkomst getekend. De vrouw is daarbij met haar internetbankierencode geïdentificeerd door middel iDIN. Hiermee kunnen mensen met de inloggegevens van hun bank bij andere organisaties inloggen. Het autobedrijf beschikt over een kopie van haar rijbewijs en andere documenten die moeten aantonen dat de vrouw de overeenkomst is aangegaan. De maandfacturen (€ 573) zijn betaald vanaf haar bankrekening maar dat is op enig moment gestopt. De kantonrechter oordeelde dat zij moest betalen. In hoger beroep (gerechtshof Arnhem-Leeuwarden) wil de vrouw dat de vorderingen van het autobedrijf alsnog worden afgewezen.

Digitaal akkoord gaan

Want niet zij maar een kennis is de overeenkomst aangegaan, zonder haar medeweten, zo beweert zij. De vrouw kreeg eens een verzoek van die kennis om ‘ergens’ digitaal mee akkoord te gaan. Dat heeft zij in haar naïviteit gedaan. Dat zij maandelijks betaalde kwam omdat de kennis niet bij zijn eigen bankrekening kon komen. Dit zou later worden gecorrigeerd.

Elektronische handtekening

De vraag is: hoe betrouwbaar was haar elektronische handtekening? De wetgever kent drie varianten: de gewone, de geavanceerde en de gekwalificeerde elektronische handtekening. De elektronische handtekening die gebruikt maakt van het identificatieproces van iDIN is een geavanceerde handtekening. Of deze in dit geval voldoende betrouwbaar was, moet het autobedrijf aantonen. Dit bedrijf moet voldoende inzicht verschaffen in het proces van totstandkoming van de overeenkomst met de elektronische ondertekening.

Rechtsgevolgen

Het vrouw was, zo constateert het hof, op het moment dat zij bij de leverancier zou zijn, in het buitenland. Zij kan niet met de leverancier hebben gesproken. Het autobedrijf heeft ook niet toegelicht hoe deze aan een kopie van haar rijbewijs en andere bescheiden is gekomen. Ook is onduidelijk wanneer de auto bij de leverancier is opgehaald – niet door de vrouw in ieder geval. Kortom, het autobedrijf schiet tekort in de onderbouwing van het standpunt dat de geavanceerde elektronische handtekening waarvan gebruik is gemaakt (iDIN) voldoende betrouwbaar was. Die handtekening heeft daarom niet dezelfde rechtsgevolgen als een handgeschreven handtekening. Niet is aangetoond dat de vrouw de leaseovereenkomst heeft gesloten. De kans is groot dat de kennis met haar gegevens heeft zitten rommelen. Het autobedrijf moet alle leasetermijnen die de vrouw heeft betaald aan haar terugbetalen.

ECLI:NL:GHARL:2025:6520

Wolleswinkel Hofman Advocaten


Stuur een mail 0342 491 028