Een man wil zijn kind erkennen maar de moeder geeft geen toestemming. De rechtbank geeft vervangende toestemming maar het hof maakt dat weer ongedaan.
Een moeder oefent alleen het gezag uit over een minderjarig kind. De vader wil het kind erkennen maar de moeder geeft daarvoor geen toestemming. Vervolgens vraagt de vader de rechtbank om vervangende toestemming en deze wordt verleend. Dit tegen de zin van de moeder, die daarom in hoger beroep gaat.
Vervangende toestemming
Wettelijk is het zo geregeld. Als een moeder geen toestemming verleent tot erkenning van een kind door de vader, kan de rechtbank vervangende toestemming verlenen. Het kind moet dan jonger zijn dan 16 en de man die het kind wil erkennen moet de verwekker zijn. Dat is hier aan de orde. Echter, erkenning kan alleen als dit de belangen van de moeder bij een ongestoorde verhouding met het kind of de belangen van het kind niet schaadt. Uitgangspunt is steeds dat zowel het kind als de vader er in beginsel recht op heeft dat hun relatie ook juridisch wordt erkend als een familierechtelijke betrekking. De bijzondere curator en de Raad voor de Kinderbescherming vinden dat de vader het kind moet kunnen erkennen.
Schadelijk
Maar het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden is het daar niet mee eens. De moeder heeft een belaste geschiedenis met traumatische ervaringen. Ook het contact met de vader ervaart zij als traumatisch. Zij ervaart angst en paniek als zij wordt geconfronteerd met (het bestaan van) de vader. Hiervoor ondergaat zij al langdurig hulpverlening. Erkenning van het kind door de vader zorgt voor haar voor veel stress en paniek. Het hof is van oordeel dat de moeder overtuigend heeft onderbouwd dat erkenning een ongestoorde verhouding tussen de moeder en het kind schaadt. Dat het erkenningsverzoek veel angst en spanning bij de moeder veroorzaakt, merkt het kind ook. De veilige opvoedingssituatie van het kind komt hierdoor onder druk te staan.
Uit evenwicht
De vader, die illegaal in Nederland verblijft, heeft wel het beste voor met het kind. Hij wil graag contact met haar hebben, maar hij kan zich niet inleven in de situatie van de moeder en het kind en zijn mogelijke aandeel daarin. Erkenning kan de moeder uit haar evenwicht brengen, juist nu zij met veel moeite aan het opklimmen is. Dat is schadelijk voor een ongestoorde verhouding van de moeder met het kind en daarmee ook voor het kind. Het hof verleent dus geen toestemming om het kind te erkennen. Wel moet de moeder de vader eens per drie maanden informeren over de ‘status’ van het kind – frequenter kan zij niet aan – en twee keer per jaar een goed gelijkende kleurenfoto van het kind naar hem sturen.