In de wet is niet geregeld wie om een ‘opvolgend’ mentor mag verzoeken als de vorige is overleden. In deze zaak past de kantonrechter daar een praktische mouw aan.
Als een man 66 jaar is, wordt mentorschap ingesteld op grond van zijn geestelijke of lichamelijke toestand. Tien jaar later overlijdt zijn mentor. Twee personen verzoeken de kantonrechter hen beiden tot opvolgend mentoren te benoemen.
Verzoek
Na het overlijden van de mentor is het mentorschap niet geëindigd, het kan alleen niet meer worden uitgevoerd. Volgens de kantonrechter heeft de wet niet geregeld wie dan een verzoek mag doen tot het voorstellen van een opvolgend mentor. Wordt de wet redelijk toegepast, dan moet worden aangesloten bij de kring van personen die bevoegd zijn om een mentorschap en het ontslag van een mentor te verzoeken.
Kring van personen
Dat zijn de betrokken persoon zelf, zijn echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, zijn bloedverwanten in de rechte lijn en die in de zijlijn tot en met de vierde graad, degene die het gezag over de betrokken persoon uitoefent, zijn voogd, zijn curator en zijn bewindvoerder. Ook het Openbaar Ministerie en de instelling waar de betrokkene wordt verzorgd kunnen om het mentorschap en het ontslag van de mentor verzoeken. De twee personen die in deze zaak om een nieuwe mentor verzoeken behoren niet tot de kring van personen die zo’n verzoek mogen doen. Zij zijn dan ook niet ontvankelijk in hun verzoek.
Ambtshalve
De kantonrechter vindt het echter wel noodzakelijk om een opvolgend mentor te benoemen die bevoegd is de betrokkene te vertegenwoordigen in zijn niet-vermogensrechtelijke belangen. Omdat een kantonrechter bevoegd is een mentor ambtshalve te ontslaan, kan hij ook ambtshalve een mentor benoemen. Dat vloeit volgens de kantonrechter logischerwijs uit de wet.
Verklaring Omtrent het Gedrag
Hij vindt de twee personen die hadden verzocht om opvolgend mentorschap – en die dus niet ontvankelijk waren – wel geschikt om als opvolgend mentoren op te treden. Zij hebben zich daartoe bereid verklaard en tegen deze benoeming bestaan geen wettelijke bezwaren. Zij hebben ook een Verklaring Omtrent het Gedrag overlegd. De bewindvoerder heeft ook ingestemd met benoeming van deze beide mentoren.