Kan iemand met een psychogeriatrische aandoening nog scheiden? In deze zaak lukte dat, omdat voldoende blijkt van een wil om te scheiden.
Een man en een vrouw met zowel de Nederlandse als Turkse nationaliteit zijn met elkaar getrouwd. Beiden staan onder bewind vanwege hun lichamelijke of geestelijke toestand. De vrouw verblijft in een verzorgingskliniek en kampt met een psychogeriatrische aandoening (dementie). Ondanks haar cognitieve achteruitgang dient zij bij de rechtbank Amsterdam een verzoek tot echtscheiding in. De man verzet zich fel: volgens hem is de vrouw wilsonbekwaam en wordt zij beïnvloed door een van hun kinderen, die een financieel belang zou hebben bij de scheiding.
Medische verklaring
Maar de rechtbank vindt dat de wil van de vrouw ten aanzien van de echtscheiding vaststaat. Daarbij baseert de rechtbank zich hoofdzakelijk op een medische beoordeling van een onafhankelijk arts. Deze arts heeft de vrouw onderzocht tijdens een huisbezoek. Ondanks haar aandoening heeft de vrouw tijdens dat huisbezoek duidelijk gemaakt dat zij van haar man wil scheiden en dat ze zich bewust is van de gevolgen daarvan. De vrouw heeft aan de arts herhaaldelijk en consistent benadrukt dat ze geen contact meer wil met haar man, omdat zij door hem jarenlang slecht is behandeld en vernederd. Voor de arts is de wil van de vrouw daarom duidelijk.
Niet aanwezig
Tijdens de zitting is de vrouw niet aanwezig; haar toestand is inmiddels verslechterd, aldus haar advocaat. Toch ziet de rechtbank geen aanleiding om aan te nemen dat haar wens is veranderd. De mentor van de vrouw heeft ter zitting bevestigd dat de vrouw recent nog heeft laten weten haar kinderen graag te zien, maar haar man liever niet meer. Dat ondersteunt het door de arts geschetste beeld.
Duurzaam
Volgens de wet is een huwelijk duurzaam ontwricht wanneer één van de echtgenoten niet verder wil. De rechtbank stelt op basis van het onderzoek van de arts vast dat in deze zaak aan deze voorwaarde is voldaan, en spreekt daarom de echtscheiding uit.