Een bedrijf schaft het thuiswerken af. De ondernemingsraad verzet zich daartegen maar de vraag is: heeft deze wel instemmingsrecht?
Bij een BV is sinds 2016 thuiswerken onderdeel van het personeelsbeleid. De ondernemingsraad (OR) van deze BV heeft instemming verleend voor dit thuiswerken. In 2022 wijzigt de BV dit, er komt een ‘Return-to-Office’-beleid (RtO). Sinds 2025 is thuiswerken niet meer toegestaan, alle medewerkers moeten elke dag op kantoor verschijnen.
Strijd met de WOR
De OR verklaart het RtO-besluit nietig omdat het in strijd is met de Wet op de ondernemingsraden (WOR): voor een wijziging van regelingen op het gebied van arbeidsomstandigheden is instemming van de OR vereist, en de OR heeft geen instemming verleend. De OR begint een kort geding bij de rechtbank Oost-Brabant en eist dat het RtO-beleid wordt ingetrokken, onder oplegging van een dwangsom.
Nietigheid
In de WOR staat dat de OR de nietigheid van een besluit kan inroepen indien een ondernemer dit besluit neemt zonder de vereiste instemming van de OR. Dat moet wel gebeuren binnen een maand nadat de ondernemer het besluit heeft meegedeeld. In deze zaak oordeelt de kantonrechter dat de OR de nietigheid van het besluit tijdig heeft ingeroepen. Het gaat hier om de mededeling van de BV aan de OR dat het RtO-beleid wordt uitgevoerd, niet om een eerdere mededeling van het wereldwijde concern van deze BV. De OR was inderdaad te laat geweest als de BV had onderbouwd dat RtO de bestendige lijn binnen het gehele concern was en dat de dochtermaatschappijen (zoals de Nederlandse BV) dit onverkort moesten uitvoeren. Maar dit heeft de BV niet aangetoond. De OR was dus op tijd.
Instemmingsrecht
Was dit RtO-besluit wel een besluit waarover de OR instemmingsrecht had? In de WOR staat dat een OR instemmingsrecht heeft voor elk door de ondernemer voorgenomen besluit tot vaststelling, wijziging of intrekking van regelingen op het gebied van de arbeidsomstandigheden. Met dit RtO-besluit beoogde het bestuur afschaffing van het thuiswerkbeleid. De arbeidsomstandigheden zijn wezenlijk anders als iemand de vrijheid heeft om een dag of meerdere dagen per week thuis te werken dan wanneer iemand de volledige werkweek op kantoor moet werken. Thuiswerken heeft direct invloed op de werkdruk (minder reistijd, werkuren flexibel indelen) en op work-life-balans, en daarmee ook op de psychosociale arbeidsbelasting en op het welzijn van de werknemers.
Dwangsom
Nu het RtO-besluit doel en strekking had om de arbeidsomstandigheden te wijzigen, was instemming van de OR vereist. De kantonrechter verbiedt de BV het RtO-besluit uit te voeren, zolang de OR hiermee niet heeft ingestemd. De BV moet alle voorbereidende handelingen staken en moet aan de OR een dwangsom betalen van € 5.000 voor iedere dag dat zij niet aan deze veroordeling voldoet, tot een maximum van € 500.000.