Een kind heeft een mooi bedrag op zijn bankrekening en zijn ouders willen dat gebruiken om panden te kopen. Daarvoor hebben ze een machtiging van de kantonrechter nodig.
Het kind heeft € 56.250 op een bankrekening staan. Het kind heeft dit bedrag ontvangen als schadevergoeding van een ziekenhuis. Er geldt een BEM-clausule, zodat het bedrag is geblokkeerd. De ouders willen dit geld lenen om er twee winkels en drie woningen mee te financieren. Ze vragen aan de kantonrechter (rechtbank Rotterdam) om een machtiging, zodat zij het geld kunnen opnemen.
Investeren
De ouders stellen dat zij succesvolle ondernemers zijn. De aankoop van de panden – die inmiddels is gedaan – is hun volgende project. Zij menen dat het investeren van het vermogen van hun kind in deze panden veel meer oplevert dan het geld op de bank laten staan. De panden brengen huurinkomsten op en deze zullen in waarde stijgen. Het kind krijgen een ‘leencontract’ met 2% rente per jaar. De panden zijn ondergebracht in een holding. De vader is voor 90% aandeelhouder van deze holding en een zakenpartner/vriend is voor 10% aandeelhouder.
Risico
De kantonrechter is van oordeel dat het risico dat het kind zijn investering kwijtraakt als het financieel niet goed gaat met de ouders, onvoldoende is afgedekt. Deze hebben te weinig informatie verstrekt over de verplichtingen en inkomsten van de holding. De ouders gebruiken het geld om een deel van de lening die zij hebben afgesloten voor de aankoop van de panden af te lossen. Eerst moet er € 40.000 worden betaald, enkele maanden later € 250.000 – naast de maandelijkse termijnen van € 10.000, zo verklaart de vader.
Wanprestatie
Hieruit leidt de kantonrechter af dat de holding een liquiditeitstekort heeft: deze kan haar verplichtingen kennelijk niet nakomen met haar eigen kasstromen. Er is dus een risico op wanprestatie door de holding. Hierna dreigt opeising van de financiering en vervolgens uitwinning, ofwel: gedwongen verkoop. Daarbij verhalen de hypotheekhouders zich als eerste op de opbrengst. Er is nog een risico: als de ouders of hun ondernemingen failleren, zullen hun inkomsten opdrogen, en ook dan is sprake van wanprestatie en zullen de financiers de boel willen uitwinnen.
Leencontract
Het kind heeft geen hypotheek, maar een simpel ‘leencontract’. Daardoor zullen de risico’s voor hem te groot zijn, aldus de kantonrechter. Het is niet in het belang van het kind om de machtiging te verlenen. Dat zou mogelijk anders zijn als het kind een recht van eerste hypotheek op de panden zou verkrijgen, maar dat is niet aan de orde. Daarmee zouden overigens de andere financiers ook akkoord moeten gaan. De kantonrechter wijst het verzoek van de ouders af: ze mogen het geld van hun kind niet gebruiken voor het vastgoed.