6 juni 2016 in ICT & Privacy door Mr. A. (Aart) Hofman

Recht voor uw (achter)tuin

ICT & Privacy

Kan het dichter bij huis? U denkt wellicht aan typische “Rijdende Rechter –geschillen” zoals overhangende takken, al dan
niet opzettelijk op de grond van de buurman geplaatste schuttingen en plotsklaps afgesloten doorgangen. Zeker, maar
ook op het terrein van het omgevingsrecht kan tuingrond een vruchtbare voedingsbodem voor juristen zijn.

Denk bijvoorbeeld aan het fenomeen “vergunningvrije bouwwerken”. (Voor de liefhebber; artikel 2 en 3 van Bijlage II bij Bor) Voor velen blijkt dit een stimulans te zijn hun “doehetzelf-zucht” op het achtertuingebied uit te leven. De stelling dat dit niet per definitie tot de meest fraaie “bouwsels” leidt, lijkt me daarbij niet volledig misplaatst te zijn. De door de landelijke overheid in het leven geroepen “helpdesk” ten spijt, lang niet altijd is duidelijk of een voorgenomen (of reeds gerealiseerd) bouwwerk (zoals aangebouwde serres, bergingen en zelfs saunaruimtes) als vergunningvrij heeft te gelden. Daarbij is het nogal eens de vraag of het bijgebouw gezien de feitelijke situering van het hoofdgebouw zich in juridisch opzicht wel of niet in het achtererfgebied bevindt. Dergelijk vragen blijken een rijke bron van rechtspraak te zijn, met meer dan eens als uitkomst dat de destijds verlossende mededeling van de goedwillende ambtenaar: “geen vergunning nodig” inmiddels als knellend wordt ervaren. Bij wat complexere situaties, zeker als dit gepaard gaat met forse bouwkosten, is het dan ook niet onverstandig om op voorhand juridisch advies in te winnen. Dit ook omdat volgens de rechtspraak u aan een enkele mededeling van een ambtenaar geen rechten kunt ontlenen. Voorkom een “typisch gevalletje van jammer” (!).

Een markant vergunningvrij bouwwerk betreft de mantelzorgwoning. Hierin mag of de niet-professionele mantelverzorger of degene die de zorg nodig heeft wonen. Het vergunningvrij maken hiervan sluit aan bij het overheidsbeleid tot vergroting van de zelfredzaamheid van hulpbehoevenden met ondersteuning door familie of vrienden. Op zich niets mis mee. De mantelzorgwoning kan –voor degenen met een wat grotere achtertuin- zelfs als geheel zelfstandig woonunit worden geplaatst. Bij beëindiging van de feitelijke mantelzorgrelatie zal in principe ook de tijdelijke mantelzorgwoning moeten worden verwijderd, althans mag het bouwwerk in elk geval niet meer voor bewoning worden gebruikt en dient daartoe ook feitelijk ongeschikt te worden gemaakt door verwijdering van de woonvoorzieningen zoals de keuken de badkamer.

De hiervoor geschetste mogelijkheden kunnen echter voor u een bedreiging vormen op het moment dat uw buren besluiten hiervan gebruik te maken. In plaats van het idyllisch doorkijkje krijgt u zicht op hout en stenen, dreigt uw blinkend zonneterras te verworden tot een verzamelplaats van mos en algen, of ervaart u het wonen in de achtertuin van uw buren als een inbreuk op uw privacy. Dan rijst toch de vraag of dit allemaal zo maar (vergunningvrij) kan. Wellicht had u begrip voor de mantelzorgsituatie, maar tonen uw buren na beëindiging hiervan weinig animo om de bijbehorende woning te ontmantelen. Integendeel; er wonen nu mensen in die u niet eerder als uw buren had herkend.

Dan is het goed om te weten dat de overheid een beginselplicht tot handhaving heeft. Een bouwwerk dat niet (meer) vergunningvrij is en waarvoor ook geen vergunning kan worden verleend dient te worden verwijderd en daar dient de lokale overheid voor te zorgen. De praktijk leert echter dat de overheid soms aan deze verplichting moet worden herinnerd. Dat kunt u doen door een verzoek om handhaving in te dienen. Als hierop niet tijdig of afwijzend wordt beslist kunt u hiertegen in verweer komen, desnoods in hoogste instantie tot aan de Raad van State. Bij urgente gevallen kan voorts de bestuursrechter worden gevraagd een voorlopige voorziening te treffen. U geniet als burger in het omgevingsrecht de nodige rechtsbescherming, echter om hier effectief gebruik van te kunnen maken is het zaak om op het juiste moment de juiste procedurele stappen te zetten waarbij de vinger op de juiste (zere) plekken wordt gelegd. Wilt u in een dergelijke situatie van uw tuin geen juridisch doolhof maken? Laat u dan tijdig bijstaan.

Recht voor uw (achter)tuin

Mr. A. (Aart) Hofman
Advocaat


Stuur een mail 0342 491 028